De Adams Familie rond de wereld in 100 dagen: Thailand, Vietnam, Australië en Nieuw Zeeland

Dag 67: Martinborough Part 1: Life Is A Pigsty (25 jan 2009)

Nu de ferry vastligt, zijn onze dagen op het noordeiland geteld. We trekken richting zuiden. Veerle heeft haar hot springs opgegeven uit schrik voor de sandflies (en ze lagen wel erg uit de richting), en Steven laat de vulkanen links liggen, dus geen Mordor of Doembergen voor ons. We kunnen beiden akkoord gaan met een bezoek aan Cape Palliser, het meest zuidelijke punt van het noordeiland, met een bezoek aan de pinnacles en de seal colony. Het is moeilijk om op basis van de kaart de reistijden in te schatten, maar vandaag zijn we vroeg vertrokken en het ziet er naar uit dat we perfect op tijd ons doel gaan halen. Maar juist voor Martinborough, het laatste dorp voor we de bewoonde wereld dienen te verlaten richting Cape Palliser, beslist onze van (busje) er anders over. Het beestje ( nen 'automatik', remember) weigert te schakelen naar een hogere versnelling. We tjokken langzaam verder in de hoop het nog te halen tot in het dorp. Net voor de tourist info office geeft de kar de geest; hij loeit wat als we hem starten maar gaat geen meter vooruit. We kunnen hem nog op een parkeerplaats duwen en dat is dat.

Waarom gebeuren zulke dingen altijd op een zondag? Onze vriend David Morris wordt gebeld, die niet direct een oplossing heeft maar ons vraagt zelf een mecanicien te zoeken die (vanaf maandagmorgen) naar de kar kan kijken. Blijkbaar kunnen we niet anders dan de van achter te laten en een slaapplaats zoeken voor de komende nacht. We besluiten de tourist info office op te zoeken om te vragen waar we kunnen overnachten, en waar er een garage is. Er is een camping in het dorp , en de vriendelijk dame van de tourist info stelt voor om ons er heen te voeren. We bedanken toch maar, na een blik op haar wagen geworpen te hebben - daar geraakt al onze kampeerrommel met geen mogelijkheid in. Dan belt ze belt haar landlord op, die een shuttle busje heeft. De vriendelijke landlord arriveert binnen de 10 minuten, helpt ons met in- en uitladen en een half uur later staan we met al onze rommel op de dorpscamping, een beetje beduusd maar wel opgelucht. Als dit was voorgevallen midden in de bossen aan Veerles hot springs.....

We staan erop om hem correct te betalen, onze vriend DM (David Morris) dient dit te vergoeden of hij krijgt met Veerle te doen. De man weet ons verder nog de coördinaten van de beste mecanicien van het dorp geven (Tom Wilson, we zullen die naam niet licht vergeten). Dan volgen nog enkele telefoontjes met onze vriend DM, en we komen overeen dat hij maandagmorgen zelf met de mecanicien zal bellen. De GSM rekening van Steven zal ondertussen wel behoorlijk oplopen, want uiteraard vertikt onze vriend DM ons zelf op te bellen. Wat had je gedacht met een budget rental car deal!?

De camping zelf is een enorme meevaller, klein, modern sanitair en keuken, schaduwrijke plaatsen, zeer rustig. De uitbaatster komt spontaan vragen of ze een deel van onze spullen moet opbergen, maar met onze 12 persoonstent is dat niet nodig, we krijgen alles erin geladen. We hadden voorzichtigheidshalve besloten om de hele van uit te laden, iets in ons zegt dat het beestje misschien niet meer te helpen was.

Maar het is prachtig weer, en de camping ligt vlak bij het gemeentelijk openluchtzwembad waar we gretig gebruik van maken. We BBQ'en en genieten van de mooie zonsondergang. Wordt vervolgd morgen!

Dag 65 en 66: Waipatiki Beach (23 en 24 jan 2009)

De volgende morgen pakken we snel in na het ontbijt en rijden we richting Napier, de Art Deco stad van NZ. Ten noorden van de stad ligt Waipatiki Beach, en ja, er is een camping vlak aan het strand. Deze keer zitten we echt front sea side, en na rap rap de tent in elkaar geflanst te hebben reppen we ons naar het strand. De zee is echter super ruw, Veerle gaat weer kopje onder in kniediep water (!!!), maar dit keer bleef de zonnebril op het strand, een lesje geleerd in Mui Ne beach in Vietnam), en ze besluit nog naproestend zich te beperken tot pootjebaden in het riviertje dat in de zee uitmondt. Steven de bouwvakker en August dewerfleider proberen het riviertje af te dammen en om te leiden. Al snel krijgen ze bekijks van de locale kiwi's, die niet gewoon zijn aan zoveel activiteit, en die eerst aarzelend maar even later enthousiast meewerken. De natuur is echter de grote overwinnaar: het riviertje weigert de bypass te nemen.

De volgende dag bezoeken we Napier, een stadje aan de oostkust dat ei zo na volledig verwoest werd begin 20ste eeuw, en heropgebouwd werd in de heersende stijl van die tijd: Art Deco. Wij als AD liefhebbers lopen hier likkebaardend rond, geniale architectuur, en in veel betere staat dan in Miami (Beach). De kleurcombinaties van de gevels zijn trouwens smaakvoller en subtieler dan de snoepkleurenvan Miami Beach.

We hoopten tevensin Napier op een interessant treffen met het lokale DOC kantoor - helaas werken de ambtenaren ook hier niet op zaterdag. Een zeer behulpzame dame van de tourist information office helpt ons echter super vooruit. Veerles hot springs is ook een van haar favorieten, en ze legt ons haarfijn uit hoe we er kunnen geraken. Nog even een nieuwe luchtmatras kopen na 2 nachten op de harde grond te hebben geslapen, nog wat mondvoorraad, en we zijn klaar om morgen verder te trekken. De ferry naar het zuideiland hebben we ook vastgelegd.

Dag 64: Vulkanische pret en het Kaimanawa Forest Park (22 Jan 2009)

De volgende morgen komt de ranger (andermaal een dame die enige lentes telt- dit lijkt een exclusieve vrouwenaangelegenheid) controleren of we wel betaald hebben. Voor de leken: de DOC campings zijn niet bemand en werken via een zelfregistratiesysteem. Je schrijft je gegevens op een enveloppe, stopt er het juiste bedrag in en scheurt het bewijsje af om het in de auto te leggen. Je kan natuurlijk niet betalen maar owee als de grote boze ranger je te pakken krijgt. Deze ranger dame vond ons strookje niet direct terug, maar na een tijdje was het toch OK en mochten we beschikken. De dame gaf ons nog een paar tips voor locaties om te bezoeken, die we dan ook opgevolgd hebben.

Richting Taupo bevindt zich een geothermisch (pret)park, 'Wai-o-Tapu Thermal Wonderland', erg toeristisch en duur. Wij, notoir gierigaards, zagen het niet zitten om meer dan 100$ te betalen om in de zwavelstank rond te gaan lopen - als ze nu nog een treintje hadden! Maar de ranger had ons dus getipt over de weinige geothermische bezienswaardigheden die nog door het DOC beheerd woren en vrij toegankelijk zijn. Zo passeerden we green lake, een dampend groene zwavelmeer, klommen we naar het kratermeertje van een vulkaan, zagen we hete modder blubberen, en na wat zoeken vonden we een meertje waar een koude en warme stroom in uitmonden om zo de ideale temperatuur te creeren. Veerle wou zwemmen, maar de aankondiging van het DOC dat je absoluut je hoofd niet in het water mag dompelen gezien het risico op fatale amoebe meningo-encephalitis (hersenvliesontsteking) deed haar van gedacht veranderen. In ons vulkanisch enthousiasme kwamen we per ongeluk op het toeristische pad terecht, bij Gust de Geiser, die elke dag om 10:15h een performance geeft, geholpen door een medewerker van het Thermal Wonderland die wat waspoeder in Gusts opening strooit. We waren te laat voor de performance, dus we zagen enkel Gusts modaal spuitpatroon, ook niet mis (hebt dat in uwe hof).

Dichter bij Taupo stonden nog de Huka Falls op het programma, eindelijk eens deftige watervallen na al die miezerige stroompjes in Zuid-Australie. Het water komt van het Taupomeer en is ijsblauw, en stroomt met een enorm debiet naar beneden. Het verval en het debiet zijn van die ordegrootte dat ¾ van alle hydro-electriciteit op het Noordeiland hier gegenereerd wordt. NZ heeft geen kernenergie by the way.

En dan is het Veerletijd na al die vermoeiende hike'jes. Ze mag eindelijk weer eens in de bossen kamperen en vuurtje stoken. Dit keer heeft ze een basic camping zonder enig comfort geselecteerd. Het enige probleem is dat de DOC blijkbaar geen geld heeft om de weg naar de basic campings te afficheren. Waar zijn ze nu? We hebben er het raden naar. Uiteindelijk vinden, na een uur op gravel te rijden langs Clements Mill Road, een open plek in het bos waar ooit al een tent gestaan heeft en een vuur gebrand. Vooruit dan maar, hier wordt het. Opeens komt Steven doodleuk met de mededeling dat hij een bord met 'Fire Ban' gezien heeft bij het binnenrijden van het Forest Park. Veerle slecht gezind, maar onderweg vertelt een local (de enige die we in het bos tegenkomen die avond overigens) dat de kampeerders hier heel de week al lustig vuurtjes stoken, dus we wagen het erop. Enkele uren later stellen we vast dat het fire risico erg laag is - het ter plaatse gesprokkelde hout is erg nat. Gelukkig hebben we nog droog hout mee in de auto, en kunnen we koken op het vuur.

Vermits er geen WC is dienen de nodige ontlastingsprocessen al fresco te gebeuren. Geen probleem voor August en Veerle, die nu officieel toetreden tot de bende van de bosk...ers (en daarmee bedoelen we niet die van de bosklappers van Sammy Tanghe). Steven besluit echter te wachten tot we teruggekeerd zijn in de beschaafde wereld - de sissy (te lang in 't stad gewoond denkt Veerle).

's Avonds zitten we terug aan het kampvuur terwijl August de marshmallows roostert, hij is ondertussen al een echte expert in het spekjes grillen. 's Nachts horen we absoluut niks, op enkele nachtdieren na - gelukkig zitten hier geen beren. Veerle moet van Steven desalniettemin het Crocodile Dundee knife in de binnentent leggen naast de slaapzak, je weet maar nooit.

Dag 63: Whakarewarewa Forest Park (21 Jan 2009)

We hadden dus gehoopt om voorbij Taupo te graken vandaag, maar we stranden in het Whakarewarewa Forest Park ergens onder Rotorua aan het Rerewhakaaitu meer. Een vogelparadijs (aldus te interpreteren als een paradijs voor vogels, nvdr) naar het schijnt, dus we zijn benieuwd. De lokale bevolking brengt hier echter ook haar vakantie door zoals we merken, gezien de DOC campings very cheap zijn, en liefst met een heel arsenaal aan kampeermateriaal en met de hele familie en vriendenkring, incluis schoonmoeder, ex'en, echte en onechte kinderen, aangetrouwde familie etcetera. Een boot kan natuurlijk niet ontbreken. Let the party begin!

Familie 1 met Lisa, een ex-Canadese die nog zou afstammen van Belgische migranten van Belgium-on-the Sands (???) als extraverte leading lady is echter super vriendelijk, en August heeft al snel speelkameraadjes (wij even rust, nu Eva in coma ligt). Familie 2 is zeer stug en onvriendelijk, maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat we onze grote tent pal in hun zicht aan de rand van het meer hebben neergeplant. We zitten dan ook quasi met de voeten in het water aan het kleine keienstrandje. We plonsen lustig in het propere water rond en August vangt beestjes. De lokale kiwi's amuseren zich met de motorbootjes op het meer, maar 's avonds keert de rust terug en is het meer op enkele vissers na verlaten. Lisa en familie 1 vallen ook stil, tegen alle verwachtingen in, dus we hebben een rustige nacht en horen zelfs de vogeltjes...

Dag 61 en 62: Hot Water Beach (19 en 20 Jan 2009)

De volgende morgen is het weer niet al te best, veel wind, dus besluiten we om een dag vroeger naar Hot Water Beach in het zuiden van het schiereiland te trekken. Helaas geen DOC camping hier, maar een (warme) douche is welkom - het manvolk in het reisgezelschap begon te stinken. Bij eb kan je op het strand dat dooraderd is met warmwaterbronnen je eigen hot tub graven. Eb is de volgende morgen om 8:30h, dus wij vroeg op om dit vooral niet te missen. De nacht is fris, bibberend trekken we onze zwemkleren aan en gaan naar de beach. De lokale winkel verhuurt spaden, wat niet slecht gezien is natuurlijk. We beginnen tussen alle andere enthousiastelingen driftig te schuppen in het strand. De eerste poging levert een koudwaterbad op, de tweede een lauw bad, maar het derde bad begint erop te lijken, lekker warm water en het stinkt zelfst niet. De zon komt erdoor en het wordt aangenaam in bad. Echt diep kan je het niet maken, het bad slibt snel weer dicht. August geniet dan ook het meest vermits hij nog klein genoeg is om volledig onder water te liggen.

Na een uurtje houden we het voor bekeken en bereiden ons voor op een hike naar de Cathedral Covs. De regen is een beetje spelbreker, maar gewapend met regenjas en fleece zetten we door. Halverwege kan je snorkelen in Gemstone Bay, maar buiten enkele ijsberen in wetsuit zie je niemand. De grote verrassing is het strand van Cathedral Cove, in een woord prachtig. Dit komt het dichtst bij het paradijselijke Railey Beach in Thailand. De zon komt er door, en na de picknick op het strand waarbij een meeuw letterlijk het boord uit onze mond komt stelen, leggen we ons in de zon. Spijtig dat het geen snorkelweer is, want het water is superhelder. Om het plaatje compleet te maken stroomt er een watervalletje van de rotsen naast ons, waar je je al fresco kan afspoelen. In de late namiddag wacht ons nog een serieuze klim terug naar de parking, maar het was het waard. Morgen richting zuiden - we gaan proberen voorbij lake Taupo te geraken.

Dag 60: Coromandel Peninsula: Stoney Beach (18 Jan. 2009)

Rond 6:00h ‘s morgens worden we wakker als de eerste druppels van een deftige regenbui op onze tent vallen. Elke notoire kampeerder weet dat een tent afbreken (of opzetten) in de regen niet de meest leuke bezigheid is. Alles wordt nat, jezelf incluis, de boel plakt aan elkaar en dampt lekker door in de auto.

Dan nog maar eens omgedraaid in de slaapzak, in de hoop dat het ophoudt met regenen. 2 uur later geeft Veerle het op en zoekt de regenjassen in de rugzakken om met frisse moed koffie te gaan zetten in de kampkeuken. Gelukkig is de tent groot genoeg zodat we droog kunnen ontbijten. Veerle weet Steven en August te overtuigen om toch in te pakken en te vertrekken, en zodra we beginnen met het opkramen stopt het met regenen, een meevaller.

Franse toereisten op de camping hadden ons de tocht naar Coromandel al aanbevolen, en het is inderdaad zeer mooi. Coromandel is een schiereiland ten oosten van Auckland, binnenland bedekt met subtropische bossen met varens en met de Kauri-denneboom, de kusten omzoomd door blauwgroen water en vele kleine baaien met zandstranden. De weg kronkelt langs de kust, vlak naast de turquoise oceaan, met het subtropisch woud in het binnenland. Helemaal in het noorden komt amper een toerist, enkel wat locals, de stranden zijn verlaten en slechts te bereiken via onverharde wegen (gelukkig mogen we met ons karretje op unsealed road deze keer, anders dan in Australie). We gaan kamperen in Stoney Beach, een DOC camping in het noorden van het schiereiland aan een rotsig strand en enkel bereikbaar via een zeer kronkelig zandweggetje. Een rivier stroomt door het domein, en August die in Takapuna beach in de lokale 'Krak' of 1$ shop een schepnetje cadeau heeft gekregen als Eva Ersatz, kan lustig vissen (weliswaar zonder vergunning, maar ook zonder succes). Veerle leeft zich uit onder de koudwaterkampdouche (Steven en August passen deze keer). Als echte habituees koken we op het houtvuur, en ach, wat geeft het als er af en toe een worstje in het vuur valt; de steak was alleszins perfect. Met zicht op de ongelofelijk blauwgroene zee en onder de groeiende stereenhemel realizeren we eindelijk dat het Nieuw Zeeland stuk van de reis begonnen is.

Day 59: Auckland / in memoriam Eva.(17 Jan. 2009)

De hele reis is ze onze trouwe metgezel geweest. We dachten bijna dat we niet zonder kunnen. Ze is klein, blijft wit ondanks de tropische zon en ze draagt al onze foto's, muziek en verhalen met zich mee, en ook Wall-E, Horton en Madagascar, de filmpjes voor August te entertainen. Maar sinds gisterenavond vertoont ze geen teken van leven meer, op het zachte flikkeren van enkele lichtjes na. Veerle schreef er de reisverhalen op, Steven selecteerde de foto's, en August keek dagelijks zijn filmpje (dan hadden de ouders ook even rust).

Wat een rustig dagje Auckland downtown had moeten worden, werd een zoektocht naar een computer repair shop die de diagnose over Eva kon stellen. Uiteindelijk komen we terecht bij 'James' van Computer Aid, in de suburbs van Auckland North Shore. James heeft 3 uur en 49 $ nodig om mee te delen dat Eva's moederbord kapot is, voor de Oma/moeke/vake: het equivalent van een zware heart attack. Verslagen aanhoren we het verdict. Wat was er nu gebeurd? Veerle had net iets te hard de laptop dichtgeklapt na een aanvaring met kleine August die zijn zoveelste filmpje aan het bekijken was. Toch te hard voor fragiele Eva; James verklaart verder nog dat deze type laptopjes erg fragiel zijn en niet erg geschikt voor 3 maand mee rond te sleuren, bij deze weten we dit ook alweer (postuum).

De familiale sfeer was erg bedrukt de rest van die dag, wat de hele Auckland down town perceptie kleurde. De stad presenteert zich op afstand als een plaatje: een prachtig geheel van gebouwen en wolkenkrabbers aan het diepblauwe water, met vlak ervoor een reuzachtige jachthaven. Maar als we in de stad rondliepen hadden we zoiets van: is dat het nu? Het hoogtepunt was de skytower die erg mooi en bijzonder is vergeleken met Sydney of Seattle bijvoorbeeld.

Lunch wordt genuttigd in een food court, waar een groot aanbod aan wereldkeuken stalletjes broederlijk naast elkaar staan. Steven kiest het Vietnamese stalletje, Veerle gaat andermaal voor een Thai curry, en August slurpt zijn noedels zoals hij zo vaak in Vietnam gedaan heeft. Een vriendelijke dame van het DOC of Department of Conservation (de rangers, de boswachters, de parkwachters, de groene jongens, ...) geeft ons alle info die we nodig hebben om de volgende weken de leukste kampeerplaatsen te vinden in de National parks en Forest parks om ver weg te kunnen blijven van de toeristenmeute in de caravan en holiday parks, dus dat is toch een meevaller.

's Avonds verdrinken we onze Eva blues en besluiten om de volgende dag op te kramen en naar het Coromandel Schiereiland ten oosten van Auckland te rijden. De weblog zal nu slechts sporadisch gespijsd worden met updates, en waarschijnlijk enkel met tekst. Veerle krijgt als straf de opdracht om een logboek met de hand (zucht) bij te houden en waar mogelijk in internetcafes de tekst in te typen. Aldus bij deze zal wat u nu leest reeds een tijdje geschiedenis zijn...

Dag 58: Takapuna Beach (16 Jan. 2009)

Vandaag corveedag: de tent en alle kampeermateriaal opkuisen en vooraad inslagen. Gisteren tijdens het opzetten van de tent hebben we een grote scheur gemaakt (gelukkig in de binnentent) die Steven braaf naait. Vooraleer er protest opduikt in de kring van mannelijke webbezoekers: Veerle dweilt ondertussen de tent (waarschijnlijk de eerste keer dat iemand ooit een tent dweilt in NZ), en daarbij, Steven kan goed naaien. Hij heeft in het 1ste studiejaar van de lagere meisjesschool nog een naailap gemaakt. Het is weliswaar nadien nooit meer goedgekomen met hem.

Onze kampeeruitrusting is deze keer wel redelijk volledig.Het busje welf is zel vergrond en vies, maar het bolt lekker en we moeten er niet in koken of slapen, en de tent is nog bijna nieuw. Steven is in zijn element met de automatische versnellingsbak, allween blijft net moeilijk om de richtingaanwijwers van de ruitenwissers te onderscheiden. Gelukkig zijn de Kiwi's kalme chauffeurs. Na de poetsbeurten de inkopen is de dag zo goed als voorbij, spijtig zqnt het was zel een ideale strqnddqg geweest. We liggen vlak aan de zee, en de kleuren van het water zijn subliem en veranderen subtiel gedurende de dag in functie van het licht. Takapuna is een erg mondaine Knokke-like badplaats, met chique boetieks en fancy restaurants. Het campingetje is dan ook ingesloten tussen Million $ villa's.

Diezelfde dag gebeurt er iets ergs.. maar dat beseffen we pas de volgende dag.